Vrijdag 1 november 2019
Trefpuntcafé: Aart Mak: praten over de dood
Locatie: Trefpunt
Tijdstip: 20.30 (deuren open, koffie klaar om 20.00)
Prijs: eigen bijdrage drankjes
Praten over de dood
Aart Mak zal op vrijdag 1 november – Allerheiligen – in het Trefpuntcafé met ons spreken over een thema dat past in deze tijd van het jaar, maar waar we vaak met moeite over praten: de dood. We kunnen het ons maar lastig voorstellen maar er komt een keer dat je er niet meer bent. Jij, jouw bewustzijn is er een keer niet meer. Je lichaam stopt met functioneren. Er is geen ik meer, jouw ik zoals dat ontstaan en gevormd is in al die levensjaren.
De mens verzint ontsnappingsroutes. Het sterfelijk wezen mens zoekt onsterfelijkheid. Geloofstradities hebben het over sterven maar niet helemaal (de ziel leeft voort), over overgaan naar een andere dimensie, over terugkeren naar de bron, over nu sterven maar later opnieuw geboren worden, over bewaard worden tot de jongste dag. Ook het idee dat de dood jou wel voor altijd heeft weggenomen maar dat jouw eigenaardigheden, ervaringen en inzichten voortleven in nieuwe mensen (je kinderen bijvoorbeeld), helpt om de dood niet als de totale vernietiger te zien.
Aart Mak zal ons vertellen over mensen, culturen en levensbeschouwingen: hoe die de dood zien en ermee omgaan in hun verhalen en rituelen. Hij wil zelf vertellen over wat kan helpen om de dood van dierbaren te verdragen en is benieuwd naar de gedachten en ervaringen van de (stam)gasten.
Om 20.00 uur gaat de zaal open en staat de koffie klaar. Om 20.30 uur begint het programma. Toegang gratis. Adres: Akonietenplein 1 Bennebroek
Gedichten:
STERVEN
Je ogen zien het varend schip voorgoed vertrokken van de ka kleiner en kleiner wordend na tot enkel nog een vage stip
verdwijnt achter de horizon, waarna een stem terzijde zegt: ‘keer je maar om, nu is het weg, je deed het laatste wat je kon’.
Maar is het weg? Vanuit het zicht van hier verdween die kleine boot, maar ginds vaart hij nog even groot als toen het anker werd gelicht
en juist als hier klinkt
‘laat ons gaan’
roept iemand aan de overkant al wijzend, wijzend met zijn hand: ‘daar komt hij aan,
daar komt hij aan’.
Hans Mudde (naar een gedachte van bisschop H. Brent (1862 – 1929)
Begrafenis van mevrouw T.
Door de smalle, gewonden, stijgende laan Waadden we langzaam achter haar aan. Van het zwijgen deden de kelen pijn,
Van het trachten zoo stil als zij te zijn.
Acht sombere zwarte vreemdelingen
deden toen stijf de laatste dingen...
het graf was zoo klein, een zwarte wig grond in het fonkelend groen als een smalle wond.
De zon scheen innig rondom op 't gras omdat zij een goede moeder was.
Haast blij, want alles blonk en geurde, haast dood als ik dacht, wat er gebeurde... Toen, na wat zacht en haaprend praten, hebben we haar alleen gelaten.
(M. Vasalis, Parken en woestijnen, Van Oorschot)
Wat ik gewild heb,
wat ik gedaan heb, wat mij gedaan werd, wat ik misdaan heb, wat ongezegd bleef, wat onverzoend bleef, wat niet gekend werd, wat ongebruikt bleef,
al het beschamende, neem het van mij, en dat ik dit was en geen ander, dit overschot van stof van de aarde: dit was mijn liefde - hier ben ik.
(Huub Oosterhuis)
|